Opvallend is de generatiekloof; 50% van Gen Z-medewerkers (jonger dan 26 jaar) staat hier positief tegenover, tegenover een gemiddelde van 34% bij oudere generaties.

Hoewel 58% van de werknemers aangeeft flexibel te kunnen werken, verlangt 43% naar meer zeggenschap over hun werktijden en -dagen. Deze wens is sterker onder Gen Z, waarvan 51% meer flexibiliteit wil, vergeleken met 41% van de andere generaties. Ondanks de interesse in flexibiliteit, is 84% van de werknemers tevreden met hun huidige werktijden en -dagen.

Toch is er bij Gen Z weer een afwijking, waarbij slechts 75% tevreden is, in vergelijking met 85% bij de oudere generaties. Lucas Polman, directeur Nederland bij Protime, merkt op dat flexibel werken een centraal thema blijft in de discussie over arbeid. Hij stelt: 'Wat duidelijk is sinds de coronacrisis, is dat werknemers goed zelf kunnen kiezen waar en wanneer ze het best werken. Werkgevers zouden hun personeel meer autonomie moeten geven, zodat ze zich meer betrokken voelen en op hun meest productieve momenten en locaties kunnen werken.'

Toch ziet niet iedereen het belang van flexibiliteit. Een op de vijf (22%) beschouwt flexibele werktijden niet als cruciaal, en 63% gelooft dat vooral jongere generaties hiernaar verlangen.