In een aflevering van tv-programma De Monitor die gisteravond werd uitgezonden, komt naar voren dat de helft van de bedrijfsartsen vindt dat de kantoortuin moet worden afgeschaft. De 90 ondervraagde leden van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) zijn van mening dat een groot deel van de werkgevers de kantoortuin introduceerde uit naïviteit: men dacht dat mensen in een open omgeving beter communiceren en een creatieve boost krijgen. Dat blijkt niet zo te zijn.

Stilteplekken en toiletten
Eén van de oplossingen is het opschroeven van het aantal stiltewerkplekken. Erwin Speklé stelt namens de ArboUnie dat dit een manier is om het ziekteverzuim terug te dringen: afhankelijk van de werkzaamheden één stilteplek per vijf of tien medewerkers. ‘Net als dat je per zoveel werknemers een vast aantal toiletten moet hebben. Het is belangrijk dat mensen kunnen werken op een plek waar ze wíllen werken en dat ze zich niet gevangen voelen in een grote ruimte. Als mensen zelf kunnen kiezen hoe ze hun werk inrichten, heeft dat een hele positieve invloed.’

Prikkels en ergernissen
Hoogleraar cognitieve psychologie, Stefan van der Stigchel, vertelde in het programma dat het brein van de medewerker in de kantoortuin continu aanstaat. De boosdoener is een grote hoeveelheid prikkels die de medewerker moet verwerken, terwijl hij of zij zich moet concentreren op een bepaalde taak. ‘Wat je aan het doen bent, is wisselen tussen taken. Dat is heel slecht voor je prestaties. […] Bij een kantoortuin gaan we ervan uit dat iedereen dezelfde mate van concentratie heeft, maar dat is niet zo.’ Evelien Brouwer, hoogleraar psychische gezondheid, ziet dat de kantoortuin voor 5% van de medewerkers wél een uitkomst is. De kantoortuin zorgt ervoor dat collega’s zich aan elkaar ergeren. ‘Als werknemers niet de vrijheid hebben dit te kunnen delen, kunnen mensen daar stress aan ondervinden en dit mee naar huis nemen.’

Lees ook de bijdrage van Stefan van der Stigchel aan onze rubriek BrainFirst.