Werkgeluk en het imagoprobleem van stress

Werkgeluk en het imagoprobleem van stress
  • 26 februari 2019
  • Nina van Klaveren

Het geluid van getyp op laptops wordt overstemd door bellende en pratende mensen. Iets verlaat en lichtelijk gestrest loopt Suzan Kuijsten het Utrechtse café binnen. En laten we het daar nu nét over hebben. De dikgedrukte krantenkoppen liegen er niet om: stress is een groot struikelblok. Werkstress in het bijzonder. Organisaties worstelen met de vraag hoe deze hindernis te nemen. Maar is stress wel het grote pijnpunt?

Kuijsten schreef met co-auteur Carolien Hamming het boek ‘Gek op stress, maar niet altijd’, waarin ze bepleit van niet. Sterker nog: bij monde van Kuijsten kampt stress met een groot imagoprobleem.

Om uit te leggen dat stress op zichzelf helemaal niet zo’n gevaar vormt voor werkgeluk, refereert Kuijsten aan topsport. Voormalig schaatser Mark Tuitert schetste het als volgt op het Stresstival: ‘Op het moment dat je wordt opgehaald vanuit het appartement om naar het olympisch stadion te gaan en je zó gestrest in de auto zit – het is nu of nooit – kun je wel janken van de spanning en angst. Maar je moet er niet aan denken dat je relaxed het stadion binnenkomt en denkt: ‘nou, ik ga even een stukkie schaatsen’. Dan ga je niet winnen. Stress is er om een topprestatie neer te zetten.’ Daarnaast helpt het ook bij alledaagse dingen als het incasseren van kritiek, opstaan of overwerken. Het is de situatie waar we vanaf willen, niet de stress. ‘We hebben het altijd over de negatieve kant, maar het grote probleem is het gebrek aan voldoende herstel. Daar is nauwelijks aandacht voor.’ Want stress is het probleem niet. ‘We worden continu op het verkeerde been gezet. Willen we het grote aantal burnouts reduceren, dan moet iedereen op het goede kennisniveau komen omtrent het vraagstuk.’

Potje niksen op de werkvloer
De boodschap lijkt duidelijk: er moet een goede balans zijn tussen inspanning en ontspanning. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig. Om herstelmomenten te implementeren op de werkvloer zijn grootschalige veranderingen nodig, voor zowel werkgever als werknemer. Bereikbaarheid is één van de factoren, stelt de stressexpert. ‘Als het al mogelijk is om te pauzeren, nemen we onze mobiel mee. Herstel blijft uit. Neem vaker een voorbeeld aan bouwvakkers: schafttijd is heilig. Telefoons blijven uit.’
Ofwel, we moeten beter worden in herstellen. Op de vraag hoe op dat punt te komen, komt Kuijsten met slecht nieuws: ‘Een individu die alleen een potje gaat niksen, wordt snel als ongemotiveerd bestempeld. Cultuurverandering zal collectief moeten gebeuren, en dan nog is het ingewikkeld.’ De woorden ‘energiemanagement’, ‘breinvriendelijk werken’ en ‘fysieke werkplek’ vallen. Aan het management om hier de eerste stap in te zetten? ‘We hebben het over het menselijk kapitaal in je bedrijf. Herstel pakken op de werkvloer wordt nog te vaak gezien als lui. En met een uurtje yoga per week pak je het probleem als organisatie niet integraal en strategisch aan.’





Wil je stress maximaal blijven inzetten en er de vruchten van plukken, dan moet je blijven opladen

Gedeelde verantwoordelijkheid
De buitengewoon complexe haken en ogen aan dit verhaal, is het woord verantwoordelijkheid. De bal die vaak al snel naar de werkgever wordt geschoven hoort volgens Kuijsten ook deels bij de werknemer te liggen. Voor een goede stress-herstelverdeling zijn werkgever en werknemer beiden voor vijftig procent verantwoordelijk. Met ieder honderd procent verantwoordelijkheid voor het eigen deel. Voor werknemers zelf daarom de plicht om uitgerust op de werkvloer te verschijnen. ‘De werkgever moet voor een gezonde arbeidsbelasting zorgen en de juiste randvoorwaarden scheppen. Veilig management is daar een heel belangrijk onderdeel van; het gevoel van veiligheid en erkenning is cruciaal. Wanneer werknemers niet het gevoel krijgen gezien te worden op de werkvloer, blijft spanning hoog.’ Kuijsten pleit daarom voor meer aandacht hiervoor.

Onsje bevlogenheid teveel
Om niet in een stressvolle situatie terecht te komen, luidt het advies vaak: doe wat je leuk vindt, dan hou je het wel vol. De grootste misvatting die er is, aldus de stressexpert. ‘Natuurlijk, voor het bevlogen uitvoeren van een functie heb je minder inspanning nodig en minder herstel. Maar een teveel aan leuk is echter nog steeds te veel. We nemen continu leningen op herstel: werk kost nog steeds energie. Juist als je iets doet wat je leuk vindt, ga je maar door. Mensen raken in burnouts doordat ze niet meer op zichzelf gericht zijn, maar op successen.’ Kuijsten wijst op het laten afhangen van eigenwaarde van het succes. ‘Dat activeert het stressmechanisme enorm.’

Psychologisch gezien is de kant-en-klare oplossing oersaai: ‘Wil je stress maximaal blijven inzetten en er de vruchten van plukken, dan moet je blijven opladen.’ De grote reden waarom werkstress momenteel een hot topic is, komt doordat we er allemaal grootverbruiker van zijn, vaak zonder dat we dat in de gaten hebben. De afdeling herstel is een stuk minder populair – stress gaat zich uiteindelijk tegen je keren. ‘Ga vaker ‘uit’. Zowel digitaal als mentaal. Dan blijf je gek op stress.’





comments powered by Disqus