Familiebedrijf blijkt minder goede werkgever

Familiebedrijf blijkt minder goede werkgever
  • 9 mei 2019
  • Redactie

Familiebedrijven investeren gemiddeld gezien minder in hun medewerkers dan niet-familiebedrijven. Op zes van de acht onderzochte punten blijken werknemers beter af te zijn bij een niet-familiebedrijf.

Het rapport Winnend Werkgeverschap stelde Erasmus Centre of Family Business op in samenwerking met Rabobank en BDO, waar duizenden ondernemingen voor werden ondervraagd. De onderzoekers toetsten goed werkgeverschap aan de hand van acht punten: inclusiviteit, opleiding, carrière, gezondheid, arbeidsomstandigheden, werk-privé balans, baanzekerheid en arbeidsconflicten. Op twee punten scoort het familiebedrijf beter – zo hebben werknemers hier meer baanzekerheid en is er minder vaak sprake van arbeidsconflicten.

Fikse nadelen
Op andere gebieden zijn werknemers minder goed af bij een familiebedrijf. Familiebedrijven bieden in 85% van de gevallen werknemers een aanvullende opleiding of training, tegenover 97% van de niet-familiebedrijven. Daarnaast is er bij familiebedrijven in vergelijking 11% minder vaak de mogelijkheid voor flexibele werktijden. De onderzoekers: ‘Naast deze verschillen voeren familiebedrijven minder vaak een actief loopbaanbeleid voor hun medewerkers en is er minder aandacht voor promotie en doorgroeimogelijkheden.’

De onderzoekers noemen het merkwaardig dat diversiteit een minder grote rol speelt bij familiebedrijven. Zo kiest 40% van de niet-familiebedrijven voor het invoeren van diversiteitstargets, tegenover 3% van de familiebedrijven. De oplossing? Volgens professor Pursey Heugens van de Erasmus Universiteit: 'Met de managementaanpak van niet-familiebedrijven kunnen familiebedrijven hun werkgeverschap versterken.'




comments powered by Disqus