‘Ga weer lekker aan het werk’
Einstein zei het al: complexe problemen zijn niet op te lossen met dezelfde manier van denken als waardoor ze veroorzaakt zijn. Als je blijft doen wat je altijd deed, krijg je ook wat je altijd kreeg. Dus probeer eens wat anders, oppert Ben Kuiken in zijn recent verschenen boek ‘De Organisatiefilosoof’. CustomerFirst legt de wijsgeer een paar prangende vraagstukken voor.
‘Organisaties zitten gevangen in een taal waarbij het voortdurend gaat over allerlei problemen, zoals de hoge werkdruk, het personeelstekort en communicatieproblemen tussen afdelingen, en hoe we die moeten oplossen. Goed is al lang niet meer goed genoeg, het kan namelijk altijd beter’, vertelt Kuiken. ‘Om dat voor elkaar te krijgen, worden er voortdurend allerlei projecten opgestart, er worden hei-sessies belegd en managementprogramma’s opgetuigd, en er wordt gereorganiseerd en gekanteld bij het leven. Allemaal prima natuurlijk, maar het gevolg is wel dat mensen in organisaties nauwelijks nog toekomen aan hun eigenlijke werk. Men is vooral druk met elkaar en met de organisatie van het werk, en de klant wordt niet meer gezien’, constateert de organisatiefilosoof. Bovendien, vervolgt hij, geeft dit veel (werk)druk. ‘Mensen hebben het gevoel dat ze het niet goed doen en zijn voortdurend bezig om dingen te bedenken hoe het beter kan. Mijn oproep is dan ook: stop naar nou eens mee, en ga weer lekker aan het werk.’
Vertel Ben, waarom moeten we volgens jou nou anders naar organisaties en problemen kijken?
‘Zoals net aangegeven zijn organisaties nogal druk met het oplossen van allerlei problemen. De aanpak die ze daar doorgaans voor kiezen, is het starten van een project met een planning en een budget, et cetera. Dat geeft extra werkdruk en allerlei negatieve signalen aan medewerkers. Kennelijk doen we het nu niet goed. Bovendien lost die aanpak vaak het probleem niet op, omdat het taaie vraagstukken zijn die eigenlijk niet oplosbaar zijn. Werkdruk bijvoorbeeld hoort ook gewoon bij werk. Anders heet het geen werk, maar vakantie. Dus als je nou ziet dat er heel veel energie wordt verspild aan het oplossen van problemen die niet oplosbaar zijn, dan zou je eens iets anders kunnen proberen en anders kunnen kijken naar die organisatie en de problemen die er ontstaan. Dat lijkt mij zinvoller dan meer van hetzelfde.’
Wat is er dan mis met hei-sessies en managementprogramma’s? Waarom moeten we ver uit de buurt blijven daarvan?
‘Er is helemaal niets mis met hei-sessies en managementprogramma’s. Behalve misschien dat ze op de hei plaatsvinden (hei-sessies) en voor managers bedoeld zijn. Want het echte werk gebeurt ergens anders – ‘in’ de organisatie, ‘op’ de werkvloer – door de professionals. Dus in plaats van op de hei te gaan zitten als manager, zou je veel meer op de werkvloer aanwezig moeten zijn. Weten wat er speelt, mensen ondersteunen, coachen. Ga eens met ze zitten om te praten over het werk en wat het betekent om je werk goed te doen.’
Waarmee moeten managers vooral stoppen in jouw optiek?
‘Met denken voor de ander. Ze hebben vaak allerlei ideeën over hoe het moet en hoe het beter kan, en proberen die de organisatie in te krijgen. Maar medewerkers hebben vaak nog veel betere ideeën. Dus manager, wees wijs en luister naar die professionals.’
Wat is voor jou nou echt de ultieme organisatie? Valt zo’n ideaalplaatje überhaupt te schetsen?
‘Het idee dat een organisatie ideaal kan zijn of zelfs perfect, zorgt voor heel veel ellende binnen bedrijven. Daar komen al die continue verbeterprogramma’s vandaan, met heel veel werkdruk en frustratie tot gevolg. Elke organisatie is anders, en afhankelijk van de omstandigheden past de ene organisatievorm beter bij de uitdagingen waar je voor staat dan een andere. Wil je bijvoorbeeld een vliegtuig bouwen, dan moet je veel coördineren en afstemmen. Dat is een heel ander proces dan wanneer je thuiszorg biedt.’
Hoe kunnen organisaties voorkomen hun klanten te verwaarlozen?
‘Wie is de klant? Ben ik de klant, ben jij dat? Ik niet, in elk geval, ik ben Ben. Dus daar begint het: iedereen over één kam scheren en praten over dé klant. Ik wil graag als persoon aangesproken worden, niet als klant. En zorg ervoor dat je dan ook met mij bezig bent, en niet met allerlei intern gedoe. Daar heb ik helemaal geen boodschap aan.’
Rest ons om jou, als organisatiefilosoof, de hamvraag te stellen: wat is de (on)zin van de organisatie?
‘Organisatie is een middel om onze doelen te bereiken. Die doelen verschillen van elkaar; ik heb andere doelen dan jij. Toch werken wij samen in deze tijdelijke organisatie (het interview) om ieder onze doelen te bereiken. Ik wil publiciteit voor mijn boek, jij een goed verhaal voor je lezers. Daarbij moet ik een beetje concessies doen, en jij ook. Zo werkt het in elke organisatie. Iedereen heeft zijn eigen doelen, en gebruikt de organisatie als middel om die te bereiken. En al dat gepraat over de why van de organisatie, of de bedoeling, is vooral strategisch: als mensen daarin gaan geloven, zetten ze makkelijker hun eigen belang opzij voor het grotere belang van de groep of van de mensen die aan de touwtjes trekken in de organisatie.’
Het boek ‘De Organisatiefilosoof’ is verkrijgbaar in elke (online) boekhandel.
- werkdruk
- bedrijfscultuur
- communicatieproblematiek
- Organisatiefilosoof
- klantcontact
- managementprogramma's
- medewerkersgericht
- personeelstekort