BvA wil consument liever alternatieven bieden dan reclame onthouden
VWS-staatssecretaris Van Ooijen werkt aan een wettelijke inperking van marketing voor voedingsmiddelen met veel suiker, vet of zout van minderjarigen. BvA, de bond van adverteerders, is van mening dat een dergelijk reclameverbod contraproductief is omdat het merken de mogelijkheid ontneemt om gezonde alternatieven aan te bieden.
Volgens de staatssecretaris zou deze wet zou hen beter beschermen ‘tegen blootstelling aan marketingtechnieken van de voedingsmiddelenindustrie’, stelt hij in zijn kamerbrief van 9 december j.l. De voorgestelde inperking geldt voor producten die niet in de ‘Schijf van Vijf’ staan, zoals suikervrije producten en light varianten.
De BvA pleit dat het zinvoller is om in te zetten op de uitbreiding van marketing die gericht is op positieve gedragsverandering en duidelijke zelfreguleringsafspraken tussen overheden en de industrie.
Niet de juiste weg
In het persbericht van de BvA stelt de bond dat dit niet de juiste weg is om het beoogde doel te bereiken. ‘Het zou betekenen dat vrijwel geen voedingsmiddelen-merken nog reclame kunnen maken gericht op minderjarigen, dus ook niet voor gezondere alternatieven zoals light varianten en suikervrije producten. Er ontstaat de paradoxale situatie dat minderjarigen geen merk-reclame voor gezondere alternatieven te zien mogen krijgen, maar wel ‘ongezonde’ producten in de winkel kunnen kopen. Zo schiet wetgeving het doel om gezondheid bij jongeren te bevorderen voorbij.’