Digicommissaris zet zijn tanden in de GDI
‘Het vertrouwen van burgers in de overheid wordt steeds sterker bepaald door de wijze waarop wij de digitale dienstverlening met elkaar hebben geregeld.’ Reden te meer voor Digicommissaris Bas Eenhoorn om de realisatie van de generieke digitale infrastructuur (GDI) te versnellen. Binnen twee jaar wil hij de opdracht afronden.
In augustus van dit jaar werd Eenhoorn officieel benoemd tot Nationaal Commissaris Digitale Overheid (NCDO). Aan hem de taak om afspraken te maken met de verschillende overheden over het digitale verkeer, en te zorgen voor afstemming op nationaal niveau. ‘Ten eerste wordt het tijd dat iedere burger op basis van eenmalige authenticatie bij alle overheden terechtkan. Denk aan een digitaal kluisje waarin je persoonlijke gegevens bewaard worden, zodat deze door meerdere overheden voor diverse doeleinden inzetbaar zijn.’ Aan inGovernment vertelt Eenhoorn dat hij beseft dat dit thema gevoelig ligt gezien vanwege de ervaringen met het Elektronisch Patiënten Dossier, ‘maar het is een onmisbare schakel binnen de GDI’. Een ander aandachtspunt van de Digicommissaris, is sturing. Naar zijn idee is het ‘stuur’ momenteel verdeeld over heel veel personen, wat het bijzonder lastig maakt om gezamenlijk richting te bepalen. ‘In Denemarken is de aansturing centraal belegd en dat leidt tot betere resultaten. Nu lijkt Nederland in veel opzichten op Denemarken, dus een vraag die ik probeer te beantwoorden is: waarom zou een centraal sturingsmodel hier niet kunnen werken?’
De digivaardigheid van burgers blijkt Eenhoorn enigszins in een spagaat te brengen. Vanuit zijnrol als Digicommissaris gaat hij hier zeker aandacht voor vragen, maar tegelijkertijd moet niet meer van hem worden verwacht. ‘De GDI moet er zijn voor alle burgers, dus ook voor hen die minder digivaardig zijn. Via hulpverleners en aparte loketten kunnen inwoners digitale vaardigheden aanleren, zoals dat nu al gebeurt in bibliotheken. Ondanks het feit dat de overheid altijd rekening dient te houden met mensen die niet digivaardig zijn, zie ik het niet als mijn taak om daar als Digicommissaris oplossingen voor te vinden.’ Voor de zomer van 2015 presenteert hij een gezamenlijke marsroute waarin alle partijen zich zullen herkennen.