Beeldbellen in de zorg populairder maar onveilig
Steeds meer zorginstellingen gebruiken beeldbellen voor het uitvoeren van zorg. Met gebruikers in 40% van de instellingen is het de snelst groeiende toepassing van e-health, terwijl ict-afdelingen hier nauwelijks op zijn voorbereid. Dat blijkt uit onderzoek van Webcamconsult.
Een kwart van de respondenten, bezoekers van de beurs Zorg & ICT, geeft aan geen vertrouwen te hebben in de eigen ict-infrastructuur of onvoldoende ict-capaciteit te hebben. Hierdoor wordt invoering van e-health vaak uitgesteld. Als beeldbellen wel wordt toegepast, zijn het volgens het onderzoek vaak behandelaars die op eigen initiatief beeldbelapplicaties gebruiken die bedoeld zijn voor consumenten. Deze zijn onvoldoende beveiligd, wat het risico op datalekken vergroot.
Toekomstplannen
Zo’n 80 procent van de respondenten stelt in de nabije toekomst met e-health te beginnen of dit te willen uitbreiden. 14 procent van hen wil beeldbellen gaan toepassen. Gekeken naar de huidige situatie, heeft 56 procent van de instellingen een online patiëntendossier, terwijl 40 procent beeldbellen inzet. In een eerder onderzoek was dit nog 34 procent.
Volgens het rapport (pdf) zijn de ervaringen met beeldbellen overwegend positief. Negatieve ervaringen worden vooral veroorzaakt door slechte verbindingen en, in samenhang daarmee, de houding van de patiënt. Zorginstellingen verwachten dat beeldbellen de komende jaren een vlucht zal nemen, mede ingegeven door de houding van de politiek. Het kabinetsstandpunt is dat in 2019 iedereen die thuis zorg en ondersteuning ontvangt, de mogelijkheid moet hebben om, desgewenst via een beeldscherm, 24 uur per dag met een zorgverlener te communiceren.