De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, een onafhankelijk adviesorgaan voor het kabinet, publiceerde deze week een uitgebreid rapport. In ‘Het betere werk. De nieuwe maatschappelijke opdracht’ belicht het adviesorgaan stappen die het kabinet zou moeten zetten om de arbeidsmarkt toegankelijker, diverser en toekomstgerichter in te richten. Op de website: ‘Nieuwe technologie, de toename van flexibel werk en de intensivering van werk kunnen grote gevolgen hebben voor de kwaliteit van werk.’ Er wordt met name gekeken naar manieren waarop werk minder belastend kan zijn, wegens hoge burn-outcijfers en flinke verzuimpercentages.

Harde maatregelen?
Zowel werknemers en zzp’ers moeten meer grip krijgen op hun werk- en privéleven, zoals het combineren van werk met zorgtaken. Wanneer hier onvoldoende aandacht voor is, dreigt de kwaliteit van werk achteruit te gaan, waarschuwt de WRR. Zo moet er meer arbeidsbegeleiding komen voor mensen die verder van de arbeidsmarkt zijn verwijderd, wordt de overheid geadviseerd te investeren in ouderenzorg en kinderopvang en moeten werkgevers worden gestimuleerd zich in te zetten voor de werknemers om zodoende hun positie te versterken.

Verlies aan autonomie
Branchebreed dreigen medewerkers de grip op de werkende situatie te verliezen. Werkzaamheden worden continu intenser, mensen raken vermoeider door (onder meer) de invloed van technologie en digitalisering. Agressie, werkdruk en baanonzekerheid nemen toe. Autonomie is een sleutelwoord om aan een burn-out te ontkomen, uit onderzoeker Monique Kremer tegenover NOS. De cijfers van het onderzoek tonen echter aan dat ongeveer de helft van de ondervraagde medewerkers een gebrek aan vrijheid ervaart op het werk. ‘De medewerker van nu wil ruimte om te zorgen. We denken nog steeds in het kostwinnersprincipe, waar een persoon fulltime werkt. Maar dat gaat niet meer op. Ook oproepkrachten en tijdelijk werkenden ervaren minder vrijheid.’

• Lees ook: Werkgeluk en het imagoprobleem van stress