Jongeren ervaren meer werkdruk dan oudere collega's
Nederlandse jongeren ervaren gemiddeld genomen meer werkdruk dan hun oudere collega’s, zo blijkt uit onderzoek van PwC. En dat is opvallend, want ze werken juist minder uren.
Voor de studie hield PwC een enquête onder bijna 54.000 werknemers over de hele wereld, waaronder 1600 in Nederland. Leden van Generatie Z (18-26 jaar oud) en Millennials (27-42 jaar oud) blijken meer druk op de werkvloer te ervaren dan hun oudere collega’s. Zo ervoer 33% van de Nederlandse werknemers behorend tot Generatie Z en 37% van de Millennials de afgelopen twaalf maanden een te hoge werkdruk. Voor leden van Generatie X (43-57 jaar oud) en de babyboomers (58-77 jaar oud) gaat het respectievelijk om 29% en 22%.
De resultaten zijn opvallend, aangezien jongere werknemers in Nederland gemiddeld genomen minder uren werken dan oudere generaties. Uit eerder onderzoek van CPB kwam naar voren dat de generatie van 25-34 jaar de afgelopen jaren minder is gaan werken, waarmee ze nu grofweg evenveel uren werken als als de groep van 55-64 jaar. Onder vrouwen liggen de verschillen iets anders, maar wat daar opvalt is dat zelfs de meest hardwerkende generaties gemiddeld genomen niet meer dan rond de 30 uur per week werken. Ons land staat bekend om de hoge mate van parttime werk.
Raymond Welmers, partner bij PwC en gespecialiseerd in HR-vraagstukken, ziet de krappe arbeidsmarkt als een van de belangrijkste oorzaken voor de stress onder jongeren. ‘De krapte op de arbeidsmarkt begint pijn te doen en jonge generaties geven aan dat het niet vol te houden is. Dat is niet zomaar iets. Daarbij kun je bij mogelijke uitval door de huidige krapte het niet meteen opvangen.’ Dat vooral jongeren gebukt gaan onder de krapte is volgens Welmers mogelijk deels te verklaren doordat werkgevers te weinig rekening houden met hun specifieke behoeften. ‘Veel bedrijven gaan met jongeren om alsof ze 45 jaar zijn. Het feit dat oudere generaties tevreden zijn, is omdat werkgevers zich met een one-size-fits-all aanpak op die groep richten en onvoldoende differentiëren naar de verschillen.’