Wie laat bij jou een vuurtje branden?
Het is volop najaar en buiten staan de bomen in hun meest prachtige herfsttooi. Niets heerlijker dan na een flinke boswandeling met rode wangen belanden in een bruin boscafé voor een punt appeltaart met slagroom of een warme chocolademelk met rum. Of allebei natuurlijk. Liefst bij een knappend haardvuur waar je helemaal rozig van wordt. Ik vind het het ultieme herfstgevoel.
Zo kwam het dat wij ooit vielen voor een huis mét open haard. Ik zag ons daar al helemaal zitten rondom het vuurtje, tijdens natte herfstdagen of kille winteravonden. Maar nu bijna 15 jaar later moet ik helaas concluderen dat wij niet van die fikkiestokers zijn; onze open haard is in al die jaren nauwelijks aan geweest. Nu we een grondige verbouwing van de benedenverdieping van plan zijn, lijkt de keuze daarom logisch: laten we die open haard er maar uitslopen. Maar dat gevoel waarom ik ooit (onder andere) voor dit huis met open haard viel en de beleving die ik zoek, wil ik nog niet loslaten. Dus maakte ik op een mooie herfstdag een tour door kachelland… Nou, om maar meteen de woordspeling te maken: ik werd er niet echt warm van.
In kachelland blijkt het te gaan over kachels – niet over comfort, warmte, service, gemak, sfeer en beleving
Bij de eerste zaak struikel ik direct bij binnenkomst al bijna over de vele soorten kachels die daar pal achter de ingang hutjemutje op elkaar gepropt staan. Ik voel me gelijk overdonderd en zie de keuzestress al gloren. Er komt wel meteen iemand naar mij toe, die vraagt wat ik zoek. Opvallend: deze meneer geeft mij geen hand en bij vertrek ook geen visitekaartje. Ik zou dus niet weten hoe die beste man heet, terwijl we toch drie kwartier in gesprek zijn geweest.
We gaan eerst maar even zitten. Wat volgt is een rommelig en gehaast gesprek. Ik word geacht het antwoord te hebben op allerlei functionele vragen over kachels, maar ik zit pas aan het begin van mijn oriëntatiefase. Als we het dan toch over functionaliteit moeten hebben, verwacht ik vragen over afmetingen van onze woonruimte, wijze van stoken (vloerverwarming, radiatoren), gezinssamenstelling, ons dagritme. Maar nee, het gesprek gaat over hout, gas en pellets, afvoerbuizen en gesloten systemen.
O ja, koffie? Die wordt mij pas na 20 minuten aangeboden. Ik had eigenlijk meteen al wel trek in een bakkie. Het vragenvuur wordt onderbroken door een paar keer een rondje kriskras door de zaak. Mijn koffie wordt intussen koud.
Vol goede moed toog ik naar de volgende zaak. Daar is het ruimer en lichter van opzet, wat ik prettig vind. Ook hier komt meteen iemand naar mij toe – grappig hè, dat ik dat de moeite van het vermelden waard vind – en hier krijg ik wel een hand. De aard van de vragen en het gesprek is hier niet wezenlijk anders, maar wel in een rustiger tempo en al pratend en verduidelijkend door de showroom. Ik ben inmiddels wel toe aan nog een kopje koffie, maar dat wordt me niet aangeboden.
Met een stapel brochures ga ik weer op huis aan. Eén ding is mij wel duidelijk: als deze twee zaken representatief zijn voor deze branche, dan gaat het in kachelland vooral over…juist, kachels. En niet over comfort, warmte, service, gemak, sfeer en beleving.
Als je een klant tegenover je hebt die tijdens het hele bezoek haar jas en sjaal heeft aangehouden, dan zou er bij jou toch een vuurtje…eh, lichtje moeten gaan branden? Ik ben benieuwd wie bij jou een vuurtje laat branden en wens je een prachtig, sfeervol najaar.