Generatieve AI, die wereldwijd de technologische vooruitgang aanjaagt, biedt bedrijven aanzienlijke kansen. Toch blijkt uit de bevindingen dat slechts 50% van de respondenten vertrouwen heeft in het vermogen van hun overheid om AI effectief te reguleren. Bovendien geeft slechts 51% aan dat zij erop vertrouwen dat bedrijven AI op verantwoorde wijze gebruiken. Dit benadrukt de noodzaak om de zogenaamde 'vertrouwenskloof' te dichten.

Ondanks deze zorgen zijn Europese consumenten en werknemers optimistisch over het potentieel van generatieve AI. Maar liefst 71% van de respondenten gelooft dat AI bedrijven kan helpen producten en diensten te verbeteren. Ook op de werkvloer is er enthousiasme: 79% van de werknemers die AI gebruiken, verwacht dat hun werk binnen twee jaar makkelijker wordt dankzij deze technologie. Toch benadrukken veel gebruikers de noodzaak van betere regelgeving, waarbij 53% aangeeft dat een betere overheidsregulering de acceptatie zou vergroten.

Een ander opvallend punt is het verschil in vertrouwen afhankelijk van de context waarin AI wordt gebruikt. Gebruikers vertrouwen AI meer wanneer zij deze zelf inzetten voor persoonlijke taken, zoals het vertalen van teksten, dan wanneer organisaties AI toepassen in kritieke beslissingen zoals sociale voorzieningen of verzekeringsadvies.

De uitdaging voor bedrijven ligt niet alleen in technologische ontwikkeling, maar ook in het bouwen van vertrouwen en het waarborgen van dataveiligheid, een prioriteit voor 66% van de gebruikers. Transparantie en verantwoord gebruik van AI zullen volgens het rapport doorslaggevend zijn voor het succes op lange termijn.