Onderzoek: beperkte zorgen over baanverlies, ondanks verwachte impact AI

Een derde van het werk van Nederlanders kan nu al door kunstmatige intelligentie worden overgenomen, zo blijkt uit onderzoek van Intelligence Group. Toch maken relatief weinig werkenden zich zorgen over baanverlies.
Het rapport ‘Een AI-impactanalyse op beroepen en sectoren’ toont dat gemiddeld 32% van de huidige werkzaamheden volgens werkenden door AI of robots kan worden uitgevoerd. De grootste impact wordt verwacht in communicatie (48%), klantenservice (46%), financiële functies (43%) en administratieve beroepen (42%). Minder effect wordt voorzien in de zorg (23%), het onderwijs (25%) en sociale beroepen (24%).
Weinig zorgen over baanverlies
Ondanks deze cijfers maakt slechts 15% van de werkenden zich (zeer) veel zorgen over baanverlies binnen vijf jaar. Onder werkenden jonger dan 30 jaar is dit aandeel 13%, bij 50-plussers 14%. Tegelijkertijd schatten 50-plussers in dat slechts 28% van hun werk op dit moment vervangbaar is, tegenover 34% bij werkenden tussen de 30 en 50 jaar.
Verschillen in AI-adoptie
De onderzoekers signaleren een arbeidsmarkt die zich in ‘twee snelheden’ ontwikkelt. Een deel van de werkenden ziet AI als hulpmiddel om productiever te worden, terwijl anderen twijfelen over de houdbaarheid van hun vaardigheden. Volgens Geert-Jan Waasdorp, directeur arbeidsmarkt bij Intelligence Group, biedt vooral de zorg en het onderwijs kansen: ‘Juist hier, waar de roep om het verlagen van administratieve lasten al jaren aanwezig is, is de potentiële efficiencywinst met AI enorm.’
Op basis van het onderzoek adviseert Waasdorp drie richtlijnen: werkenden zouden AI-vaardig moeten worden, werkgevers moeten AI inzetten om werk aantrekkelijker te maken, en het onderwijs zou AI-geletterdheid moeten opnemen in het curriculum.
