Tijdens de coronapandemie werd het succes van deze aanpak bevestigd met de TexelMap-app en het corona liveblog. Nu is het tijd voor een nieuwe huisstijl.

Ook deze zomer blijven veel Nederlanders in eigen land vanwege corona en wordt er volop geboekt bij VVV Texel. Tijd dus voor een nieuwe visual identity, inclusief nieuw logo, kleuren en een volledig vernieuwde website.
VVV Texel wil meer zijn dan alleen een informatiepunt en komt hiermee tegemoet aan de behoeftes van de huidige toerist. VVV Texel wil het nummer 1-contact op het eiland zijn en het platform is ingericht op informeren naar consument en B2B, zowel offline als online, maar het wil ook de plek zijn om je vakantie/accommodatie te boeken bijvoorbeeld.

Rebranding VVV Texel
Het doel van de rebranding was minder VVV en meer Texel te laten zien. De uitwerking in design komt van Brndcrmbs, onderdeel van Label A en de nieuwe website is gemaakt door Oberon. Another Destination Story heeft de gehele rebranding begeleid. Naast een tv-commercial, ligt de focus ook op social media en is VVV Texel gegaan van twee posts per week op Facebook - zonder opvolging of interactie - naar ruim 100.000 structurele volgers via Facebook en Instagram met een jaarlijks bereik van ruim 13 miljoen consumenten in Nederland, Duitsland en België. Dankzij doelgroepsegmentatie weet VVV Texel sinds 2016 een bezoekersgroep aan te trekken die enerzijds mooi in balans is, maar tegelijkertijd economisch aantrekkelijker is geworden voor Texel. Het credo Niet meer, niet minder, maar beter is een belangrijke voorwaarde om te kunnen vasthouden aan de Texelse kernwaarden. VVV Texel wil hiermee een voorschot nemen op een kwalitatieve aanpak en groei in plaats van kwantitatieve groei van het aantal toeristen.

VVV Texel wil hele customer journey begeleiden
Naast informeren en inspireren wil VVV Texel alles bieden wat de consument nodig heeft voor zijn verblijf op het Waddeneiland: van je accommodatie, tot tickets voor evenementen, excursies, lunch- en dinerarrangementen et cetera, aldus Spooren.

tekst: Nanny Kuilboer