Waar rook is, ontstaat irritatie...
Onlangs zat ik met mijn vrouw op een aangenaam en schaduwrijk terras in Zuid-Frankrijk, klaar om te genieten van een lekkere lunch. Onze eigen én leentieners waren in het vakantiehuis achtergebleven, want ze wilden ‘liever zwemmen en een beetje chillen dan te moeten slenteren over een marktje met rotzooi in een veel te heet stadje’, luidde het eensgezinde argument.
Geen probleem, want zo konden wij veel makkelijker een tafeltje op een idyllisch plekje bemachtigen in een charmant dorpje aan de Ardèche. Het terras en uitzicht van restaurant De La Poste was perfect, want ondanks de 34 graden zaten we in de schaduw, terwijl boven onze hoofden de nevelsproeiers er lustig op los bliezen. Het betere leven, nietwaar?
Tenminste, dat dacht ik… Want naast de verkoelende nevel op mijn kruin, werd ik ineens van twee kanten ingesloten door een heus rookgordijn. Links stak iemand een sigaret op en rechts besloot een ander dat een sigaar – ja, echt een sigaar – wel een goed idee was om te ontsteken tijdens de lunch. In no time maakte de geur van gegrild vlees en verse knoflook plaats voor een mengelmoes van tabak en asbak.
Laat ik niet roomser (willen) zijn dan de Paus, want ik heb zelf ook gerookt. Ik weet dus uit ervaring hoe een sigaret dé finishing touch kan zijn bij een ontspannen middag op een terras. Maar nu, ben ik wel veel minder enthousiast over die blauwe walm waar je ongevraagd deelgenoot van wordt gemaakt. Maar waar en voor wie moet de ultieme klantbeleving pas op zijn plaats maken? In mijn geval wel op dat terrasje (ergens in Frankrijk in de zon) op het moment dat ik mijn salade ardèchoise wilde eten…
Het is een lastige balans: de vrijheid om te roken versus de vrijheid om van schone lucht te genieten. Zo las ik laatst (in het AD) dat de gemeente Utrecht meer rookvrije terrassen in de stad wil. Wethouder Eelco Eerenberg riep horecaondernemers op om in actie te komen en hun terrassen rookvrij te maken. ‘Een rookvrij terras is immers een gastvrij terras.’ Veel horecaondernemers durven die stap nog niet te nemen. Uit onderzoek van Clean Air Nederland blijkt wel dat het aantal rookvrije terrassen in opmars is. Koninklijke Horeca Nederland (KHN) vindt overigens dat een horecaondernemer zelf mag bepalen welk rookbeleid hij of zij op het terras wil voeren. En dat moet zo blijven, vindt KHN. ‘Omdat zowel rokers als niet-rokers moeten kunnen genieten van een gastvrije ervaring.’
Voor veel Nederlanders is dit misschien een logische en actuele discussie; dé Fransman is ervan overtuigd dat je van een andere planeet komt…
Kel Koenen