Decentralisatie geen doorn in het oog voor KCC’s
‘Voor KCC’s is het lang onduidelijk geweest hoe de decentralisatie zou uitpakken. Gaan mensen de gemeente platbellen, of juist niet? Afgelopen week heb ik wat KCC-managers gesproken en er wordt wel gebeld, maar het loopt niet storm ofzo’, laat Coen Raijer, oprichter/directeur PubliContact, aan CustomerFirst weten. Zijn organisatie is gespecialiseerd in klantcontact en dienstverlening bij de overheid.
Per 1 januari zijn gemeenten verantwoordelijk voor drie ‘nieuwe’ onderwerpen: Participatiewet (werk), Wet Maatschappelijke Ondersteuningen (voorzieningen, zoals hulp in de huishouding of een traplift) en Jeugdzorg. Laatstgenoemd deelgebied lag tot voor kort bij de provincie. Volgens Raijer zijn de veranderingen best spannend voor gemeenten. ‘Onderwerpen als werkloosheid en de zorgbehoefte zijn gevoelige materie,. Dat is toch wat anders dan een burger die belt over de aanvraag van zijn paspoort of een lantaarnpaal die niet werkt.’ Hoe kunnen gemeenten ervoor zorgen dat KCC-medewerkers daar klaar voor zijn? ‘Je hoeft ze niet te veranderen in superspecialisten, maar help ze het speelveld te kennen. Zij moeten weten waar de diverse regelingen over gaan, zodat duidelijk is welke burgervragen ze waar naartoe kunnen doorverwijzen. De terminologie goed begrijpen is dus één, de kennisbank doet de rest.’ Hij benadrukt dat de filter aan de voorkant dus goed moet zijn, wil je voorkomen dat de backoffices (waaronder wijkteams, red.) overspoeld worden met vragen. Dat kunnen ze niet verhapstukken, meent Raijer.
Op de rit
Han Noten zei onlangs in het FD dat de 393 Nederlandse gemeenten ‘goed zijn toegerust om hun nieuwe taken te dragen’. Hij is voorzitter van onafhankelijke commissie die in opdracht van het kabinet toezicht houdt op de decentralisatie. Sinds de ingangsdatum heeft Noten geen signalen van acute problemen gezien. 'Het angstbeeld dat de continuïteit van de zorg met ingang van dit jaar in gevaar is, en dat kwetsbare mensen daaronder lijden, is overtrokken. Het is een misvatting om te denken dat dit een big bang-operatie is, en dat alles ineens anders is geworden.' Aanvullend stelt de voorzitter dat er geen specialistische zorgaanbieders buiten de boot gevallen zijn en dat er geen kwetsbare mensen zijn die nu zonder hulp zitten.
Sinds de decentralisatie heeft patiëntenfederatie NPCF ‘enkele tientallen telefoontjes’ gehad, vertelt voorzitter Wilna Wind in diezelfde krant. Die contacten gingen vooral over administratieve onduidelijkheden, stelt ze. Wind verwacht dat de eerste helft van 2015 kritiek zal zijn. In deze fase zal blijken of gemeenten hun nieuwe zorgtaken onder controle hebben. ‘Wij horen iets te vaak dat er sowieso problemen zullen komen. Daar moet je niet in berusten, er zijn heel veel dingen om je zorgen over te maken. Komen de gemeenten goed in hun rol, komen de gesprekken met burgers goed op gang over welke zorg passend is en wat burgers mogen verwachten?'