Videobel-moe
Digitaal vergaderen: een ideale uitkomst als je niet fysiek bij elkaar kunt komen en toch moet vergaderen. Desondanks vinden veel werknemers het videobellen niet effectief en behoorlijk vermoeiend. Volgens experts moeten er nieuwe richtlijnen komen, zoals een maximale online vergadertijd.
Dat blijkt uit een onlangs verschenen peiling van RTL Z. Van de 850 ondervraagden mensen die geregeld thuiswerken en beeldbellen, vindt 70% videovergaderen vermoeider dan fysiek vergaderen. Beeldbellen, zeker een langere vergadersessies, vergt het uiterste van ons concentratievermogen.
Energie slurpend
Dat videobellen een stuk vermoeiender is dan fysiek vergaderen heeft er volgens Willem van Rhenen, gezondheidsdirecteur van ArboUnie, mee te maken dat als je niet bij elkaar in dezelfde ruimte bent je zintuigen veel harder moeten werken om te begrijpen wat je collega’s bedoelen, vertelt hij in een interview met RTL Niews. ‘Je moet veel beter luisteren, kijken en ook nog eens veel beter interpreteren. Dat kost meer energie. Aan de andere kant krijg je juist minder energie, omdat je alle secundaire signalen - bijvoorbeeld een klein grapje tussendoor - mist.
Daarnaast ergeren werkenden zich ook tijdens de vele 'calls' die de coronacrisis heeft veroorzaakt. Vooral aan technische problemen en haperende verbindingen, maar collega's die de techniek niet beheersen zijn ook een bron van frustratie.
Blijvertje
Maar alle ergernis en vermoeidheid ten spijt, videovergaderen is een blijvertje. Ruim 55% zegt dat online vergaderen ook na de coronacrisis onderdeel van het werkende leven moet blijven. ‘We zien wel dat blended werken een grote voorkeur heeft gekregen: een stuk op kantoor, en een stuk thuis. Dat levert meer autonomie op’, legt Van Rhenen uit. ‘Thuiswerken, en dus videobellen, zal blijven, omdat je tegemoet komt aan de wens van heel veel mensen.’
Lees ook: Conformeren aan thuiswerken
- thuiswerken
- digitaal vergaderen
- videobellen
- klanttevredenheid
- digitalisering
- medewerkersgericht
- coronacrisis
- corona